Vertrouwen: vier procent
1 maand geleden
Vier procent. Zó weinig Nederlanders hebben nog vertrouwen in de politiek. Dat cijfer is geen dip meer, het is een signaal dat het hele systeem piept en kraakt.
Na de exit van NSC resteert er een gehavend demissionair kabinet met alleen VVD en BBB – samen goed voor 32 van de 150 zetels. Premier Schoof gaf in het Kamerdebat toe dat de werkelijke regie nu bij de Tweede Kamer ligt. En precies dáár ging het mis. Want wie die regie vandaag zag, zag vooral politici die met zichzelf bezig waren.
Niet het landsbelang, niet de problemen van de burger, maar het oude vertrouwde Haagse toneel: wie kan de beste oneliner scoren, wie kan een tegenstander het hardst wegzetten, wie kan zich alvast in de kijker spelen voor de volgende verkiezingen.
Ondertussen wacht het land. De woningnood, de zorg, de bestaanszekerheid – ze lagen vandaag niet op tafel. Wel lagen er stapels procedurele discussies over wat “lopende zaken” zijn. De Kamer heeft de macht, maar gebruikt die vooral om zichzelf te bekijken in de spiegel.
Het Rode Potloodje ziet een politiek die zichzelf opnieuw gevangen heeft gezet in spelletjes en symboliek. En dat verklaart misschien wel het cijfer van vier procent. Niet omdat de kiezer de politiek niet begrijpt, maar omdat de politiek de kiezer allang niet meer ziet.